Home> Deel 3>Hoofdstuk 5>Paragraaf 7

Paragraaf 7 Test Jezelf Hoofdstuk 5

Op deze 'Test Jezelf' pagina kun je testen of je de stof van Hoofdstuk 5 goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')
Succes!

Opdrachten

Vraag 1

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Het woord ‘mode’ is afgeleid van het Latijnse woord ‘modus’ dat ‘mooi’ betekent. Mode betekent dus: datgene wat mooi gevonden wordt.
De enge betekenis van het woord ‘mode’ heeft betrekking op kleding.
Mode is een levensbeschouwelijk thema waarover je geen gewone vragen kunt stellen.
Ook als het over het menselijk lichaam gaat kunnen we spreken van mode.
De beweringen a. tot en met d. zijn onjuist.

Vraag 2

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

De deugd van matigheid heeft oorspronkelijk niets met een slank schoonheidsideaal uit te staan.
Binnen toerisme kun je spreken van trends en modes; reizen zelf mag men niet als een modeverschijnsel zien.
We hebben ons afgevraagd of je een gradueel dan wel een principieel verschil moet maken tussen traditionele vormen van het lichaam versieren (haren kleuren bijv.) en cosmetische chirurgie.
In sommige landen bestaat een wetgeving om ongezond magere meisjes te weren uit het modellenvak.
De beweringen a. tot en met d. zijn onjuist.

Vraag 3

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Conservatief is een ander woord voor vooruitstrevend.
In de middeleeuwen beschouwde men een verandering meestal niet als een verbetering.
Door de Verlichting en met de opkomst van de moderne wetenschap raakte men ervan overtuigd dat het bestaande steeds verbeterd kan worden.
Dat niet langer het oude goed was maar het nieuwe droeg bij aan het ontstaan van het verschijnsel mode.
De beweringen a. tot en met d. zijn onjuist.

Vraag 4

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Toen we nog niet van mode konden spreken stelde was het van belang of iets mooi of lelijk was en of het binnen de traditie paste; het ‘nieuwe’ was geen criterium.
We hebben gezien dat je mode als een ‘historisch verschijnsel’ moet beschouwen.
We hebben gezien dat ‘vernieuwen om het vernieuwen’ geen goede typering is voor mode.
De eerste kledingmode ontstaat aan het einde van de middeleeuwen.
De beweringen a. tot en met d. zijn onjuist.

Vraag 5

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Het tempo waarin de vernieuwingen in de kledingmode zich voltrokken, nam met de tijd enorm toe.
De weeldewetten die honderden jaren in Europa bestonden, dienden er onder meer toe dat de lagere klassen niet de modieuze kleren van de hogere klassen (adel) konden dragen.
Honderden jaren begon de mode bij de hogere klassen en werd nagedaan door de lagere klassen; tegenwoordig zien we ook het ongekeerde.
De kruistochten waren een belangrijke oorzaak dat in het westen nauwelijks luxe goederen voorhanden waren.
De beweringen a. tot en met d. zijn onjuist.

Vraag 6

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Het mannelijk kostuum werd aanvankelijk alleen door de adel gedragen; na verloop van tijd ging ook de burgerlijke middenklasse het kostuum dragen.
We hebben gezien dat bij de keuze van het soort vakantie het verschijnsel imitatie niet voorkomt.
Tot de theorie dat mode de uitdrukking is van de tijdgeest behoort ook het wijzen op het bestaan van een mode-elite.
De Franse mode-ontwerpster Coco Chanel heeft eens gezegd: ‘Mode heeft te maken met ideeën, de manier waarop we leven, wat er aan de hand is.’ Hiermee gaf ze kritiek op de theorie van de mode als tijdgeest.
De beweringen a. tot en met d. zijn onjuist.

Vraag 7

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

De theorie die mode verklaart als consumptiedwang houdt onder meer in dat we aangezet worden producten weg te gooien die nog niet versleten zijn.
De vierde theorie over de mode die behandeld werd, kun je als volgt samenvatten: mensen gebruiken mode om een identiteit te krijgen.
Iemand die een mode te goed volgt, is niet modieus. Een dergelijke uitspraak past goed bij de theorie die inhoudt dat mode een manier is om je identiteit te krijgen.
Als een kledingproducent een bedrijf voor de rechter brengt op beschuldiging van imitatie, kun je dit vanuit meerdere theorieën van het verschijnsel mode verklaren.
De beweringen a. tot en met d. zijn onjuist.