Woord |
Definitie |
Abrahamitische godsdiensten |
Verzamelnaam voor jodendom, christendom en islam; de Abrahamverhalen zijn voor alledrie belangrijk. |
Absolute zekerheid |
Overtuiging dat iets onomstotelijk vaststaat, dat men over een waarheid beschikt die door het verstand kan worden vastgesteld. Indien men meent dat absolute zekerheid ook voor het eigen levensbeschouwelijk standpunt geldt, staat men niet open voor opvattingen van anderen, is een dialoog overbodig en iedere twijfel taboe. |
Agnosticisme |
De levensovertuiging die stelt dat je niet zeker kunt weten of God bestaat of dat er een eerste oorzaak is van alles wat bestaat. Uit het Grieks: a (= niet) gnostos (= bekend, kenbaar). |
Ahimsa |
Een belangrijke waarde binnen hindoeïsme en boeddhisme. Het houdt zowel geweldloosheid in als eerbied voor al wat leeft. Ahimsa betekent letterlijk: geen letsel (‘a-’ is ‘niet’ en ‘himsa’ is ‘letsel’).
|
Alevieten |
Zij vormen een vrijzinnige stroming binnen de islam. Humanisme, democratie, vrede, gelijkheid en broederschap staan centraal. Door orthodoxe moslims worden zij vaak beschouwd als afvalligen. Ongeveer een derde van de Turkse Nederlanders is aleviet. |
Altruïsme |
De opvatting of levenshouding waarbij de handelwijze van een persoon wordt bepaald door de belangen van anderen.
|
Analogie |
Overeenkomst die men vaststelt en die men tot uitgangspunt van een redenering neemt; vandaar: analogieredenering. |
Anoniem |
Letterlijk: zonder naam (uit het Grieks: an = zonder, onumos = naam). Van ‘anoniem humanisme’ kan gesproken worden waar men waarden aanhangt die overeenkomen met de humanistische waarden maar waarbij de betrokkenen zichzelf niet humanist noemen.
|
Ascese |
Een levenswijze waarbij men zoveel mogelijk afziet van zintuiglijke genietingen. |
Asjera |
Moedergodin en gemalin van El (later Jahwe), vereerd in het oude Israël.
|
Atheïst |
Iemand die niet (a-) in god (‘theos’ in het Grieks betekent ‘god’) gelooft.
|
Atman |
Onsterfelijk, goddelijk beginsel in al wat leeft, de aanwezigheid van Brahman in de mens, vandaar: atman is brahman. Atman moet niet verward worden met het persoonlijk bewustzijn of karakter. Eventueel te vertalen als ‘ziel’.
|
Autonomie |
Autonomie betekent dat niet iets of iemand anders bepaalt wat jij moreel goed zou moeten vinden, maar dat je dat zelf bepaalt. Je legt jezelf je eigen regels op. Het Griekse ‘autos’ betekent ‘zelf’ en ‘nomos’ staat voor ‘wet’.
|
Beeldende taal |
Taal waarbij de aanduiding van een (bekend) verschijnsel wordt gebruikt om een ander (gewoonlijk minder bekend of nieuw) verschijnsel aan te duiden. |
Bhakti-weg |
‘Bhakti’ betekent ‘overgave’. Door volledige overgave of toewijding aan Krishna of een van de andere goden zoekt men de weg die naar de verlossing voert.
|
Boeddhist |
Aanhanger van (een van de varianten van) de leer van de Boeddha. De overtuiging dat heel het bestaan doordrongen is van lijden, vormt een belangrijk beginsel. De levenswandel dient gericht te zijn op verlossing uit deze wereld. |
Boete |
Het woord ‘boete’ betekent: herstelling en goedmaking (van een zonde tegenover God). Het werkwoord ‘boeten’ laat de oorspronkelijke betekenis zien in de uitdrukking ‘netten boeten’ (netten herstellen). Straffen in de zin van boeten is dus herstellen en goed maken. Het begrip ‘boete’ plaatst de straf in een religieuze samenhang. (Vergelijk ook: zonde.)
|
Brahma |
De scheppergod. Brahma: niet te verwarren met brahman. |
Brahman |
De eeuwige, onveranderlijke en oneindige werkelijkheid, de wereldziel, de goddelijke werkelijkheid. Uit Brahman is alles ontstaan maar Brahman is geen persoonlijke god die bewust scheppend actief is. Brahman: niet te verwarren met brahma, de scheppergod. |
Bruto Nationaal Product |
De waarde van alle goederen en diensten die in een land in een bepaalde periode (meestal: een jaar) worden geproduceerd. |
Calvijn |
Johannes Calvijn (1509 -1564) was een Frans-Zwitserse christelijk hervormer die veel invloed heeft gehad op het protestantisme in Zwitserland, Frankrijk, Schotland en Nederland. |
Christen |
Aanhanger van (een van de varianten van) het christendom. Deze levensbeschouwing gaat terug op Jezus van Nazareth. Voor christenen laat hij iets zien van wie God is. |
Code Pénal |
De Franse strafwet uit 1810. Deze oefende door de Franse bezetting van grote delen van Europa enorme invloed uit. Het strafrecht werd uniform en stond voortaan in dienst van het algemeen belang en de openbare orde. Van wat de Kerk verbood, trok men zich niet veel aan: zo treft men er bijvoorbeeld geen verbod op homoseksuele handelingen in aan.
|
Communiceren |
Het uitwisselen van gevoelens en gedachten. In dit hoofdstuk vooral: het voeren van een goed gesprek. |
Communisme |
Een politieke stroming die een ideale samenleving wil bereiken, een samenleving waarin alle eigendommen gemeenschappelijk bezit van de burgers zijn. Vergelijk het Latijnse communis dat ‘gemeenschappelijk’ betekent. (1.)
Maar ook (2.): een staatsvorm waarbij de staat alles in het land regelt en waarbij niet alleen autowegen, spoorwegen en energiemaatschappijen etc. in handen van de staat zijn maar ook alle mogelijke fabrieken en handelsondernemingen.
|
Concurrentie |
Letterlijk: wedijver. Uit het Latijn: ‘com’ is ‘samen’ en ‘currere’ is ‘hardlopen’. In dit hoofdstuk concreet: wedijver tussen evolutietheorie en scheppingsverhalen.
|
Conservatief |
Behoudend, vasthoudend aan het bestaande. Vergelijk ‘conserveren’: in goede staat bewaren.
|
Constantijn (de Grote) |
Keizer (280 - 337) van het Romeinse Rijk die in 313 christenen vrijheid van godsdienst verleende. |
Consumeren |
Nuttigen, gebruiken van goederen, van levensmiddelen. (Nota bene: het Latijnse werkwoord ‘consumare’ betekent ook verkwisten, vernietigen.)
|
Consuminderen |
Het nieuwe woord ‘consuminderen’ is een woordspeling. Vergelijk consu-meren tegenover consu-minderen.
|
Creationisme |
De opvatting dat het bijbelse scheppingsverhaal letterlijk genomen moet worden, dus dat God het heelal, de aarde en alle soorten levende wezens heeft geschapen. |
Cyclisch (in verband met tijd) |
Hierbij ervaart men de tijd als een cyclus, als een rondgang, als herhaling. Dit in tegenstelling tot een lineaire tijdopvatting waarin het gaat om het eenmalige van wat gebeurt. |
Dapper |
Gedrag waarbij iemand zijn angst overwint (1.) om op grond van een juiste inschatting van een situatie (2.) het goede te doen (3.) |
Decennium |
Een periode van tien jaar; meervoud: decennia. |
Delinquent |
(Uitspraak: dee-lin-kwent.) Iemand die schuldig is bevonden aan het plegen van een strafbaar feit. |
Democratie |
Betekent letterlijk ‘volks-regering’. Bij deze staatvorm heeft niet slechts een kleine groep mensen de macht in handen maar alle mensen (het volk) hebben inspraak en invloed.
|
Demon |
Dit woord is afkomstig uit het Grieks: Daimon betekent: godheid, geest en boze geest. Later krijgt demon enkel de betekenis van slechte geest of duivel. |
Demoniseren |
Iets of iemand als duivels voorstellen (vergelijk demon). Tegenwoordig vooral een metafoor: iemand voor uiterst boosaardig houden.
|
Determinisme |
De opvatting dat onze handelingen helemaal bepaald worden door voorafgaande omstandigheden. Ontkenning van de vrijheid van de wil. |
Deugd |
Goede eigenschap; (goed) deel van iemands karakter. |
Dharma |
Wetmatigheid van alles wat bestaat. Dit houdt ook de plicht in hiernaar te leven. Een mens moet zijn dharma respecteren: de boer moet zijn boer-zijn respecteren, dat wil zeggen zijn plicht als boer doen, een soldaat moet vechten, dat is zijn dharma etc. |
Dharma |
(Begrip uit de cultuur van hindoes.) Wetmatigheid van alles wat bestaat. Dit houdt ook de plicht in hiernaar te leven. Een mens moet zijn dharma respecteren: de boer moet zijn boer-zijn respecteren, dat wil zeggen zijn plicht als boer doen, een soldaat moet vechten, dat is zijn dharma etc. |
Dikke-ik |
Met dit begrip doelt filosoof Harry Kunneman op mensen die zich nadrukkelijk op de voorgrond plaatsen, zich lomp gedragen naar anderen, egoïstisch zijn, niet veel invoelingsvermogen ten toon spreiden en slecht communiceren.
|
Disciplineren |
Gehoorzaamheid aan voorschriften. Aanpassen aan de eisen die de samenleving stelt. In het gareel lopen. |
Discriminatie |
Tegenovergestelde van gelijkwaardigheid. Het ten onrechte onderscheid maken tussen mensen op grond van ras, geslacht, seksuele geaardheid, levensovertuiging of politieke voorkeur. |
Doel in zichzelf |
Hiervan is sprake als iets wat mensen doen geen hoger doel dient, geen middel is voor een hoger doel. Wat men doet, vindt men om zichzelf de moeite waard. |
Dubbele moraal |
Hiervan is sprake als hetzelfde gedrag van twee personen of groepen personen verschillend gewaardeerd wordt. Er wordt met twee maten gemeten. |
Dynamisch |
Krachtig bewegend, voortdurend veranderend, vol beweging, levendig. Dynamisch staat tegenover statisch (zie aldaar). |
Eerste humanisme |
De periode na de Middeleeuwen waarin het Europese humanisme ontstond. |
Egoïsme |
Een houding waarbij iemand steeds slechts het eigen welzijn op het oog heeft en waarbij het belang van anderen geschaad wordt. Egoïsme komt van het Latijnse woord ‘ego’ dat ‘ik’ betekent.
|
Erotiek |
Heeft betrekking op de zinnelijke liefde. Datgene wat prikkelt tot seksuele opwinding door middel van symboliek en toespelingen. Erotiek heeft niet zo uitdrukkelijk betrekking op geslachtsgemeenschap maar meer met de gevoelens eromheen. |
Eskimokus |
Met de neuzen zachtjes tegen elkaar wrijven. |
Esoterie |
Geheime leer, slechts voor ingewijden bestemd. |
Ethiek |
Onderdeel van de filosofie waarbij men nadenkt over vragen die met goed en kwaad te maken hebben. |
Euforie |
Geluksgevoel, jubelstemming. Van het Griekse eu (goed) en pherein (dragen). Letterlijk dus: gemakkelijk te dragen, of goed vruchtdragend.
|
Europees Parlement |
De direct gekozen volksvertegenwoordiging van de Europese Unie. |
Europese Commissie |
Het dagelijks bestuur van de Europese Unie. |
Europese Unie (EU) |
De Europese Unie (EU) is een organisatie die bestaat uit 27 Europese lidstaten (in 2011) waaronder Nederland. Binnen de EU wordt samengewerkt vooral op politiek, economisch en juridisch gebied. |
Euthanasie |
Dit woord betekent letterlijk: ‘een goede dood’. Het woord komt van het Griekse ‘eu’ = ‘goed’ en ‘thanatos’ = ‘dood’. Euthanasie is het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op diens verzoek.’ Bij een natuurlijke dood spreken we niet van ‘euthanasie’
|
Evangelie |
Verhalen waarin het leven en de leer van Jezus worden beschreven. Van de vele evangeliën zijn er uiteindelijk vier in het Nieuwe Testament terechtgekomen: dat van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes.
|
Evolutie |
Een geleidelijke ontwikkeling tot iets anders (gewoonlijk: iets beters, iets hogers). |
Evolutietheorie |
Leer van de stapsgewijze ontwikkeling van levende wezens van de ene soort uit de andere. |
Excommuniceren |
Verbannen uit de kerkelijke gemeenschap. In de christelijke middeleeuwen betekende dit volledige maatschappelijke uitsluiting. Tegenwoordig wordt het begrip ook wel gebruikt in de algemene betekenis van buitengesloten worden. |
Exodus |
Uittocht (uit Egypte onder leiding van Mozes). Ook aanduiding voor het tweede boek van de Tora en van de Bijbel. |
Extase |
Gevoel buiten zichzelf te zijn en daarbij intens geluk te ervaren. |
Farizeeën |
Dit waren vrome diepgelovige joden die niet alleen de Tora grondig bestudeerden maar ook zorgvuldig volgens die voorschriften leefden. Zij waren ervan overtuigd dat God zou ingrijpen en het Rijk Gods zou komen als het volk zich maar strikt aan de wet zou houden.
|
Filosoferen |
Nadenken over levensvragen en antwoorden op levensvragen. |
Filosofie |
Wijsbegeerte. Van het Griekse ‘philosophia’ dat ‘liefde tot wijsheid’ betekent. ‘Philos’ betekent: ‘die houdt van’ en ‘sophia’ betekent ‘bekwaamheid’ en ‘wijsheid’.
|
Filosofisch gesprek |
Gesprek dat als doel heeft om met elkaar en met behulp van argumenten meer helderheid te krijgen in levensvragen en in de antwoorden op levensvragen. |
Futurologie |
De wetenschap die zich bezig houdt met de toekomst. |
Geestelijk lijden |
Geestelijk (ook wel psychisch lijden genoemd) heeft te maken met problemen die mensen hebben als stress, depressie, gepest en getreiterd worden, zich mislukt voelen, verdriet om een relatie die uit is of om de dood van een dierbare. |
Geestelijke gezondheid |
Gezondheid van de geest, psyche maar ook wel mate van welbevinden, geluk of welzijn. In onderscheid met lichamelijke gezondheid. |
Gelijkwaardigheid |
Het gelijk zijn van alle mensen voor zover alle mensen mens zijn. Anders gezegd: het van gelijke waarde zijn van alle mensen omdat alle mensen mens zijn. |
Geloof |
Een overtuiging waarover je geen absolute zekerheid kunt krijgen. In Wijs Worden spelen vooral deze twee toepassingen: 1. geloof dat God bestaat tegenover 2. geloof dat er geen god bestaat. |
Gemeenschappelijke levensbeschouwing |
Een levensbeschouwing die binnen een grotere gemeenschap van mensen wordt aangehangen. |
Gen |
Drager van erfelijk materiaal, waarmee organismen erfelijke eigenschappen doorgeven aan hun nageslacht (van het Griekse ‘genos’ dat ‘schepping’ en ‘soort’ betekent).
|
Gewone vragen |
Vragen waarop een eenduidig antwoord gegeven kan worden; vragen die over feiten gaan. |
Global village |
Letterlijk: wereldwijd dorp. De term geeft aan dat verschillende delen van de wereld nauw met elkaar vervlochten zijn. Afstanden worden meer dan vroeger als klein ervaren en economieën raken met elkaar verweven.
|
Gouden regel (gulden regel) |
Algemene regel om vast te stellen wat in veel gevallen goed en kwaad inhoudt. ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.’
|
Gradueel (verschil) |
Hierbij gaat het om kleine verschillen (graden), niet om een wezenlijk verschil, dit in onderscheid met een principieel verschil (zie aldaar). |
Grondwet |
De grondwet bevat de grondbeginselen van de regering van een staat. De grondwet regelt hoe staatsorganen zoals de Ministerraad, de Eerste en Tweede Kamer, de politie etc. met elkaar moeten omgaan.
De grondwet stelt ook de rechten en plichten van alle burgers vast zodat individuen en groepen binnen een staat beschermd. Daarbij gelden met name de vier hoofdwaarden: vrijheid, gelijkheid, democratie en tolerantie.
|
Hedonisme |
De opvatting dat genieten het allerbelangrijkste is en dat we ons ook moeten laten leiden door dit beginsel. Het goede bestaat in genot en we moeten ook streven naar genot. |
Heilig geloof |
Sterk overtuigd zijn van het eigen levensbeschouwelijk standpunt. Niet te verwarren met menen absolute zekerheid te hebben. |
Heteronomie |
Hiervan is sprake als men zich onderwerpt aan de leefregels van iemand of iets anders in plaats van dat je regels in jezelf vindt. ‘Heteronomie’ komt uit het Grieks: ‘heteros’ betekent ‘ander’ en ‘nomos’ betekent ‘wet’.
|
Heteroseksualiteit |
Seksualiteit gericht op personen van andere geslacht. ‘Heteros’ komt uit het Grieks en betekent ‘ander’, ‘het andere’.
|
Hindoe |
Aanhanger van het hindoeïsme. Hindoes geloven onder meer in de wedergeboorte van een onsterfelijk beginsel dat ieder levend wezen met zich draagt.
|
Hindoestanen |
Hindoestanen zijn mensen van Surinaams-Indiase komaf. Bijna alle hindoes in Nederland zijn van Hindoestaanse origine. |
Hoger doel (of simpel: doel) |
Datgene waarnaar men streeft of dat men probeert te bereiken. Iets kan ‘nuttig’ genoemd worden als het eraan bijdraagt een doel te bereiken.
|
Holisme |
De overtuiging dat het geheel van een systeem meer is dan de optelsom van de afzonderlijke delen (het Griekse woord holon betekent: ‘geheel’). Als levensovertuiging: alles op aarde heeft een doel en maakt deel uit van een kosmisch plan. Tussen de overal aanwezige energiesystemen bestaat interactie. Een holistische therapie als Reiki gaat ervan uit dat levensenergie genezend werkt.
|
Homoseksualiteit |
Seksualiteit gericht op personen van hetzelfde geslacht. ‘Homos’ komt uit het Grieks en betekent ‘eender’, ‘dezelfde’.
|
Hoofdwaarden |
We onderscheiden vier hoofdwaarden of basiswaarden in onze samenleving: 1. vrijheid, 2. gelijkheid/gelijkwaardigheid, 3. democratie en 4. tolerantie. |
Human |
Dit is de naam van de humanistische omroep. |
Humanisme |
De levensbeschouwing waarin de menselijke waardigheid centraal staat. Humanisten leggen de nadruk op waarden als: een menswaardig bestaan voor iedereen, vrijheid en zelfbeschikking, zelfontplooiing, solidariteit met anderen, het vermogen tot zelfstandig nadenken en verdraagzaamheid. |
Humanist |
Aanhanger van het humanisme. Humanisten stellen de waardigheid van de mens in het centrum van hun denken en waarderen. |
Humanistisch Verbond |
Een vereniging die zich inzet voor een meer menselijke samenleving. Uitgangspunt van die inzet vormen de waarden van het humanisme. |
Humanitas |
Humanistische organisatie die met inzet van veel vrijwilligers op praktisch maatschappelijk terrein actief is. Door allerlei projecten probeert men mensen weer zelfvertrouwen te geven, van hun eenzaamheid te bevrijden of hun lijden te verlichten. |
Hypocrisie |
Huichelarij. Bijna letterlijk uit het Grieks waar ‘hupokrisis’ hypocrisie of huichelarij betekent. Vergelijk ook ‘hupokritès’ dat droomuitlegger en toneelspeler betekent.
|
Identiteit |
Eenvoudig gezegd: wie of wat je bent; een ‘ik’ zijn dat ergens voor staat. Daarbij spelen twee zaken een rol: het tot een groep behoren (1.) en het je binnen die groep enigszins kunnen onderscheiden (2.).
|
Ik-standpunt |
Het bekijken van de werkelijkheid puur vanuit je eigen positie. |
Illusie |
Droombeeld, gezichtsbedrog, schijnwerkelijkheid. Een verwachting hebben die niet vervuld kan worden.
|
Immanent |
Het goddelijke is in onze werkelijkheid aanwezig, woont in onze wereld. |
Individualisering |
Mensen gaan zelf, als individu, op zoek naar antwoorden op levensvragen. Ze gaan niet meer naar een kerk, tempel of moskee maar zoeken zelf naar antwoorden op hun levensvragen. |
Individuele levensbeschouwing |
De levensbeschouwing van een afzonderlijk persoon; levensvragen en antwoorden van een individueel persoon. |
Intelligent Design (ID) |
De opvatting die stelt dat God de evolutie in de juiste banen heeft geleid: de werkelijkheid als geheel is een intelligent ontwerp (intelligent design) van God zelf. |
Intimiteit |
Datgene wat zeer persoonlijk is en je slechts deelt met een – of hooguit – enkele personen. Innig, eigen, privé en vertrouwelijk.
|
Jahwe |
Een van de namen voor God in het Oude Testament (TeNaCh). Zie ook bij El. |
Jeugdmantelzorger |
Een jeugdige die niet-beroepsmatig zorg verleent aan een ander (familie of vriend). |
Jij-standpunt |
Je kunnen verplaatsen in een ander persoon. Poging vanuit het perspectief van een ander naar de werkelijkheid te kijken. |
Jnana-weg |
(Spreek uit: njana.) De weg naar bevrijding door het directe inzicht. |
Kannibalisme |
Het eten van soortgenoten, bijvoorbeeld mensen die mensen eten. |
Karma |
De bagage die je meebrengt uit een vorig leven maar die je ook kunt verwerven in het bestaan dat je nu leidt. Karma kan positief of negatief zijn. |
Karma |
(Begrip uit de cultuur van hindoes.) De bagage die je meebrengt uit een vorig leven maar die je ook kunt verwerven in het bestaan dat je nu leidt. Karma kan positief of negatief zijn. |
Klaagmuur |
De klaagmuur is een zijde van de tempel in Jeruzalem die na de verwoesting in 70 na Christus overeind bleef staan. Feitelijk gaat het niet om de muur van de tempel zelf maar om een muur die het tempelcomplex omringde. |
Krishna |
Wordt vereerd als incarnatie van de god Vishnoe maar ook als God zelf. |
Kwantiteit |
Hoeveelheid. In dit hoofdstuk in onderscheid met kwaliteit. |
Laf |
Als je uit angst voor gevaar niet doet wat je behoort te doen. Een van twee uitersten (laf en overmoed) waartussen men de deugd kan vinden. |
Legalisme |
Richting binnen de klassieke Chinese filosofie die ervan uitging dat bestuur gebaseerd moet zijn op openlijk afgekondigde wetten die iedereen behoort te gehoorzamen en waarvoor in geval van overtreding streng gestraft moet worden. Legalisme komt uit het Latijn: lex (2e nv: legis) betekent ‘wet’.
|
Legaliteitsbeginsel |
Het beginsel binnen een rechtsstaat dat iemand door een rechtbank alleen gestraft mag worden als de overtreding in de wet als strafbaar feit is aangemerkt. Kort gezegd: geen straf zonder wet. |
Levend wezen |
Wezens die leven: mensen, dieren, planten. |
Levensbeschouwing |
Het geheel van levensvragen en de antwoorden daarop. Ook: naar het leven (alles wat bestaat) kijken (‘schouwen’) en daar een mening bij hebben. Daarbij een van de drie terreinen (naast smaak en toekomst) waarop een mens geen absolute zekerheid kan krijgen.
|
Levensbeschouwing |
Het geheel van levensvragen en de antwoorden daarop. Ook: naar het leven (alles wat bestaat) kijken (‘schouwen’) en daar een mening bij hebben.
|
Levensvragen |
Meningsvragen over wat het allerbelangrijkste is in het leven. |
Lex talionis |
De wet van de vergelding, ofwel: ‘oog om oog, tand om tand’ als verzoening van de misdaad. Gerechtigheid betekent hier: je krijgt terug wat je zelf gedaan hebt.
|
Lichamelijke gezondheid |
Gezondheid van het lichaam. In onderscheid met geestelijke gezondheid. |
Lineair (in verband met tijd) |
Hierbij ervaart men de tijd als verlopend in een lijn, als eenmalig, van verleden naar toekomst, van jong naar oud. Dit in tegenstelling tot een cyclische tijdsopvatting waarin het gaat om de herhaling, om de terugkeer. |
Liposuctie |
Dit is een plastisch-chirurgische techniek waarbij onderhuids vetweefsel wordt verwijderd door dit weg te zuigen. |
Luther |
Maarten Luther (1483 - 1546) was een Duitse Augustijner monnik en theoloog die protesteerde tegen de misstanden in de kerk. Hij staat aan het begin van de reformatie. |
Macrokosmos |
Letterlijk: de wereld in het groot. Ook: de hele wereld, het heelal. (Zie verder WW3 H6 par. 2.2) |
Mantelzorger |
Iemand die niet-beroepsmatig zorg verleent aan een ander (familie of vriend). |
Marxisme |
Theorie die gebaseerd is op het denken van Karl Marx (1818-1883). Belangrijk daarbinnen is de gedachte dat menselijke vooruitgang plaatsvindt doordat verschillende groepen en klassen binnen samenlevingen met elkaar in conflict komen. |
Matriarchaat |
Samenlevingsvorm waarbij vrouwen een centrale positie innemen (‘Mater’ betekent ‘moeder’, ‘archein’ betekent ‘heersen’).
|
Maya |
Betekent letterlijk: illusie. Volgens het hindoeïsme en boeddhisme is de mens met een sluier van valse voorstellingen omgeven: zijn zintuigen misleiden hem en wat hij waarneemt interpreteert hij verkeerd. Door dit valse beeld van zichzelf en de wereld waarin hij leeft, kan de mens geen geluk en bevrijding vinden. Door meditatie kan men wel tot het ware inzicht komen. |
Meditatie |
(Inwendige) overpeinzing. |
Menhir |
Menhirs zijn grote, rechtopstaande, zuilachtige en onbewerkte stenen die werden beschouwd als een plek voor de zielen. De zielen moesten zorgen voor de vruchtbaarheid van het land. Het woord komt uit het Bretons (men is ‘steen’ en hir is ‘lang’).
|
Mensbeeld |
Een omschrijving van de mens die geldt voor alle mensen zonder uitzondering. |
Mensbeeld |
Een omschrijving van de mens die geldt voor alle mensen zonder uitzondering. |
Metafoor |
Komt van het Griekse ‘metaforein’ dat vrij vertaald betekent: naar elders overbrengen. Metaforisch taalgebruik is overdrachtelijk taalgebruik. Zie ook: beeldende taal.
|
Metafoor |
Komt van het Griekse ‘metaforein’ dat vrij vertaald betekent: naar elders overbrengen. Metaforisch taalgebruik is overdrachtelijk taalgebruik. Het gaat er dan om dat (in dit hoofdstuk:) een plantje overeenkomsten heeft met de mens. Door dit figuurlijk taalgebruik draagt men betekenissen over (in dit geval van het plantje op de mens).
|
Microkosmos |
Letterlijk: kleine wereld of wereld in het klein. |
Midden |
Positie tussen twee uitersten die beide afkeurenswaardig zijn. |
Miscommunicatie |
Een niet goed verlopend gesprek. Elkaar misverstaan. Communicatie die misloopt. |
Mode |
Het woord ‘mode’ is afgeleid van het Latijnse ‘modus’ dat onder meer ‘manier’ of ‘wijze’ betekent. De enge betekenis van ‘mode’ heeft betrekking op je ‘manier’ van kleden. Een ruime betekenis van ‘mode’ houdt in dat niet alleen kleding maar ook tal van andere verschijnselen ‘mode’ (ofwel: voor veel mensen tijdelijk aantrekkelijk) kunnen zijn.
|
Moksha |
Bevrijding uit de cyclus van leven en dood, het ik-gevoel afgeschud hebben. Het hindoe-begrip ‘moksha’ komt globaal overeen met het boeddhistisch begrip ‘nirwana’.
|
Monotheïsme |
Levensbeschouwing waarbij men in één god gelooft. Van ‘mono’ dat ‘een’ betekent en ‘theos’ dat god betekent.
|
Moraliteit |
Bij moraliteit gaat het om de vragen naar de morele kwaliteit van handelingen. Het gaat om ethische vragen. Deugt een bepaald optreden wel? In dit hoofdstuk: zijn er vormen van geluk die immoreel zijn, die absoluut niet deugen? Bestaan er morele kwaliteitsverschillen in geluk?
|
Morele oorzaak (van lijden) |
Hiervan is sprake als mensen terecht verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor lijden. Dit betekent niet per se dat dit lijden gewild is, het kan ook gaan om nalatigheid. Bij nalatigheid kun je denken aan onvoldoende oplettendheid, men had beter op de hoogte kunnen en moeten zijn. |
Moslim |
Islamiet, aanhanger van de islam. Het zich onderwerpen aan God staat centraal voor moslims |
Mozes |
Wetgever en leider van de joodse stammen bij de uittocht uit Egypte. |
Mutatie |
Een afwijking in het erfelijk materiaal dat wordt doorgegeven. |
Mythe |
Een fantasierijk verhaal waarin goden of goddelijke voorouders een rol spelen. De verhalen gaan vaak over het ontstaan en de ondergang van de wereld of van een cultuur. In afgeleide zin betekent mythe ook: een onzinnig of verzonnen verhaal. |
Mythisch verhaal |
Een fantasierijk verhaal waarin goden of goddelijke voorouders een rol spelen. De verhalen gaan vaak over het ontstaan en de ondergang van de wereld of van een cultuur. In afgeleide zin betekent mythe ook: een onzinnig of verzonnen verhaal. |
Nadenken (over nadenken) |
Over vragen als ‘denken we goed na?’ en ‘ wat kunnen we zeker weten?’ kan men nadenken: dat is ‘nadenken over nadenken’.
|
Nature-nurture-debat |
De discussie of menselijke eigenschappen bepaald zijn door aanleg (nature) dan wel door opvoeding en omgeving (nurture). |
Natuurlijke oorzaak (van lijden) |
Hiervan is sprake als het lijden mensen overkomt en waarvoor je anderen niet terecht verantwoordelijk kunt stellen. Een voorbeeld: een natuurramp waarmee werkelijk niemand rekening had gehouden, niemand kon dit zien aankomen: de inslag van een grote meteoriet, zoals in Rusland (2013). |
Natuurlijke selectie |
Dit houdt in dat organismen die beter in hun omgeving passen, meer kans hebben om te overleven en voor nakomelingen te zorgen dan minder goed aangepaste organismen. Degene die het best is aangepast, heeft grotere overlevingskansen (in ‘the struggle for life’) en zal de overhand in de groep krijgen (‘survival of the fittest’).
|
Neutraal |
Datgene wat niet goed is maar ook niet slecht/kwaad. |
Nieuwe Spiritualiteit |
De nieuwe spiritueel houdt niet van levensbeschouwelijke sleur maar is vooral zoekende en staat open voor allerlei levensbeschouwelijke tradities. Men heeft geen behoefte aan onderdak binnen een levensbeschouwelijk instituut, bijvoorbeeld een lidmaatschap van een kerk. |
Nieuwe tijd |
De periode vanaf ongeveer het jaar 1500 tot heden. De nieuwe tijd begint met renaissance en humanisme (zie aldaar). |
Nirwana |
Doel van de boeddhist: het bereiken van de verlichting; bevrijd zijn van iedere begeerte en verwarring. Dood en lijden worden niet meer ervaren en de verlichte zal niet meer opnieuw geboren worden. De betekenis van nirwana lijkt op wat hindoes met ‘moksha’ aanduiden.
|
Nomadenstam |
Nomadenstammen zijn groepen mensen zonder vaste woonplaats die met hun kuddes rondtrekken, rondzwervende steppebewoners. |
Non-verbale communicatie |
Communicatie waarbij geen gebruik gemaakt wordt van woorden. |
Norm |
Regel of norm. Regels zijn er om 1. het samenleven mogelijk te maken. 2. wat belangrijk gevonden wordt, mogelijk te maken. |
Nudisme |
Een leefstijl waarbij men graag ongekleed is. Naaktheid is voor een nudist natuurlijk en hij/zij brengt naaktheid niet in verband met seks.
Uit het Latijn: ‘nudus’ betekent ‘naakt’. Vergelijk ook het Engelse ‘nude’.
|
Nut |
Iets wat men doet om een (hoger) doel te bereiken of wat voordeel kan opleveren. Wat men doet, ervaart men als een middel om iets anders te bereiken. Nut staat tegenover ‘doel in zichzelf’ (zie aldaar).
|
Omgaan met jezelf |
Mensen kunnen nadenken over zichzelf en als het ware even in de huid van een ander kruipen. Die denkbeeldige ander kan dan de vraag stellen: ga je goed met jezelf om? Ben je goed bezig in je leven? |
Onderdrukking |
Het tegenovergestelde van vrijheid. Vergelijk ‘vrijheid van’.
|
Ondeugd |
Slechte eigenschap; slecht deel van iemands karakter. (Ook benaming voor een persoon die niet deugt.) |
Onverschillig |
Zich het lot van iemand niet aantrekken; liefdeloos en zonder interesse. |
Ordenen (door taal) |
Het door middel van woorden onderscheid maken en rangschikken van alle denkbare verschijnselen die volgens degene die ordent bij elkaar horen. |
Orthodox |
Wie orthodox is, is ‘recht in de leer’: zo iemand houdt streng vast aan traditionele opvattingen, meestal in religieus opzicht. In het woord ‘orthodox’ zitten de Griekse woord ‘orthos’ dat ‘juist’ en ‘recht’ betekent en ‘doxa’ dat staat voor ‘mening’ en ‘oordeel’.
|
Orthodox |
Wie orthodox is, is ‘recht in de leer’: zo iemand houdt streng vast aan traditionele dogma’s, meestal in religieus opzicht. Orthodoxie komt soms in de buurt van fundamentalisme. In orthodox zitten de Griekse woorden orthos ‘juist, recht’ en doxa ‘mening, oordeel’.
|
Overmoed |
Verkeerde (overmoedige) inschatting van wat men kan; onderschatting van gevaren. Een van twee uitersten (laf en overmoed) waartussen men de deugd kan vinden. |
Paracetamol |
Pijnstillend en koortsverlagend medicijn dat zonder doktersvoorschrift verkrijgbaar is. |
Patriarchaat |
Samenlevingsvorm die sterk door mannen gedomineerd wordt (‘Pater’ betekent ‘vader’, ‘archein’ betekent ‘heersen’).
|
Periodieke onthouding |
Het zich onthouden van seksuele omgang gedurende de vruchtbare periode van de vrouw om zo zwangerschap te voorkomen. |
Pescotariër |
Iemand die geen zoogdieren of vogels eet maar wel vis en andere zeedieren.
|
Pilatus |
Romeinse landvoogd. Veroordeelde Jezus van Nazareth tot de kruisdood. |
Polytheïsme |
Veelgodendom; ‘poly’ betekent ‘veel’ en ‘theïsme’ komt van ‘Theos’ dat ‘God’ betekent.
|
Pornografie |
Uit het Grieks: pornos = wie zich aan ontucht/prostitutie schuldig maakt, grafein = beschrijven. Het gaat om gedetailleerde beschrijvingen en (al dan niet: bewegende) beelden van de lichamelijke aspecten van de seksualiteit. Pornografie heeft de bedoeling seksueel te prikkelen.
|
Principieel (verschil) |
Hierbij gaat het om een wezenlijk verschil, om een verschil in herkomst, of grondslag, dit in onderscheid met een gradueel verschil (zie aldaar). |
Profaan |
Werelds, niet-gewijd, onkerkelijk. |
Projectie |
Het toeschrijven van wensen, gevoelens en angsten die men zelf heeft, aan een ander (van het Latijnse ‘proicere’ dat vooruitwerpen betekent). In dit hoofdstuk: het beschrijven van God aan de hand van menselijke eigenschappen, het beschrijven van een leven na de dood aan de hand van eigen wensen.
|
Proportionaliteitsbeginsel |
Houdt in dat de opgelegde straf in verhouding moet staan tot (of: evenredig moet zijn aan) de ernst van de overtreding of van het misdrijf. De straf behoort dus niet te licht maar ook niet te zwaar te zijn. |
Rabbi |
Ook wel Rabbijn; academische en eretitel voor een geleerde op het gebied van de joodse wet. Leider van de synagoge en/of voorganger binnen de joodse eredienst. |
Reïncarnatie |
Wedergeboorte, letterlijk: weer tot vlees worden. Uit het Latijn: ‘re’ is weer, ‘in’ is ‘tot of ‘naar’, en ‘caro’ (carnis, carne etc.) betekent ‘vlees’.
|
Rechtsstaat |
Hiermee wordt een staat bedoeld waar het recht het hoogste gezag is en waar niet door machthebbers willekeurig kan worden gehandeld. Dat betekent dat er wetten bestaan die burgers tegen de overheid beschermen zodat ze in vrijheid
kunnen leven. In een rechtsstaat zal de overheid zich ook inspannen de rechtsgelijkheid te bevorderen. |
Regel |
Norm of regel. Normen zijn er om 1. het samenleven mogelijk te maken. 2. wat belangrijk gevonden wordt, mogelijk te maken. |
Relatie |
Een betrekking waarin personen tot elkaar staan (of tot levende wezens in het algemeen). Een verhouding hebben met elkaar. Contact. |
Renaissance |
De overgangsperiode in de Europese geschiedenis tussen Middeleeuwen en nieuwe tijd. In die bloeiperiode van kunsten en letteren liet men zich inspireren door de klassieke oudheid. Renaissance betekent letterlijk wedergeboorte (van het Franse ‘renaître’).
|
Rijk Gods |
Ideale wereld die door Gods ingrijpen tot stand komt. De komst van het Rijk Gods wordt voorafgegaan door een boodschapper van God, een Messias. Het Rijk Gods moet niet verward worden met de hemel, die gezien wordt als een verblijf voor de zielen van overledenen. |
Ritueel |
Een gebruik dat volgens een vast patroon en op een vast tijdstip wordt uitgevoerd. Men onderscheidt gewone (dagelijkse) rituelen en rituelen bij belangrijke gebeurtenissen in het leven (geboorte, volwassen worden en sterven bijvoorbeeld). |
Sacraal |
Heilig. Sacraal komt uit het Latijn: sacer is ‘heilig’.
|
Sadisme |
Plezier of genoegen beleven aan het opzettelijk pijn doen of vernederen van een ander persoon of dier. |
Samsara |
Betekent letterlijk: ronddraaien. De hindoe bedoelt hiermee de eindeloze cyclus van sterven en wedergeboren worden, een werkelijkheid vol verlangen, pijn en fout inzicht. |
Scheppingsverhaal |
Verhaal over de oorsprong van de mens en de wereld. Zo’n verhaal kunnen we opvatten als een verzameling antwoorden op zowel gewone vragen als levensvragen. De vragen waarop het verhaal de antwoorden vormt, worden in het verhaal zelf meestal niet gesteld. |
Secularisatie |
Dit woord betekent letterlijk betekent verwereldlijking, van het Latijnse woord ‘saeculum’ dat onder meer ‘wereld’ betekent. (Zie verder par. 2.3.)
|
Seks |
Datgene wat betrekking heeft op het geslachtsleven. |
Seksualiteit |
Bepaalde gevoelens en handelingen van lichamelijke aard die gepaard gaan met lust en opwinding. Geslachtsdrift. Uiting op het gebied van het geslachtsleven.
|
Seksuele chantage |
Onder ernstige druk gezet worden (bedreigd worden) om tegen je zin aan seks te doen. Seks afpersen door dreigementen (vergelijk: geld afpersen door dreigementen).
|
Seksuele revolutie |
Plotselinge en grote veranderingen (vanaf ongeveer 1960) in seksueel gedrag en in de waardering hiervan.
|
Sekte |
Een (beperkte) groep mensen met eigen godsdienstige opvattingen en gebruiken. Gewoonlijk zijn sekten afsplitsingen van grotere godsdienstige levensbeschouwingen. |
Shiva |
De god zowel van de vernietiging als van de schepping die elkaar in een eeuwige beweging volgen. Bekend is de voorstelling van de dansende Shiva. |
Shiva |
(Begrip uit de cultuur van hindoes.) De god zowel van de vernietiging als van de schepping die elkaar in een eeuwige beweging volgen. Bekend is de voorstelling van de dansende Shiva. |
Sjamaan |
Priester bij (met name) Siberische volkeren die contact onderhoudt met de wereld van de geesten en de voorouders. Om dat te bereiken moet de sjamaan eerst in trance geraken. Door magie probeert hij zieken te genezen en controle uit te oefenen op gebeurtenissen. |
Smaak |
Binnen het kader van dit hoofdstuk: een van de drie terreinen (naast toekomst en levensbeschouwing) waarop een mens geen absolute zekerheid kan krijgen. |
Solidariteit |
Gevoel van saamhorigheid. Zich aansprakelijk voelen voor het geheel. Het nastreven van de belangen van de groep zelfs als dat enigszins ten koste gaat van zichzelf. |
Spiritueel |
Tot de geest behorend, onstoffelijk. (Vergelijk het Latijnse‘spiritus’ dat ‘adem’, ‘lucht’ en ook ‘geest’ betekent. En ook het Engelse en Nederlandse ‘spirit’: ‘geestelijke kracht’ en ‘pit’.)
|
Statisch |
Niet beweeglijk. Het Latijnse ‘statio’ betekent ‘stilstaan’ en ‘standplaats’. Vergelijk in het Nederlands ‘station’ en het werkwoord ‘staan’. Statisch staat tegenover dynamisch (zie aldaar).
|
Stereotyperen |
Eenzijdige karakterisering van mensen of groeperingen. |
Stigmatiseren |
Iemand een merkteken geven (vroeger ook: brandmerk). Oorspronkelijk: iemand lichamelijk een teken inbranden om aan te geven dat iemand slaaf, misdadiger of verrader was. Tegenwoordig vooral een metafoor: stigmatiseren betekent dan
dat men een duidelijk te onderscheiden groep mensen negatieve kenmerken toekent. |
Straf |
Straf is een onaangenaam ervaren maatregel als reactie op ongeoorloofd handelen. |
Strafdoelen |
Strafdoelen kunnen onderscheiden worden in zes groepen: 1. vergelding, 2. herstel, 3. veiligheid, 4. onschadelijk maken, 5. inzicht, 6. opvoeding. |
Strafdoelen |
Strafdoelen kunnen onderscheiden worden in zes groepen: 1. vergelding, 2. herstel, 3. veiligheid, 4. onschadelijk maken, 5. inzicht, 6. opvoeding. |
Strafmaat |
De duur of omvang van een opgelegde of geëiste straf.
|
Strafrecht |
Het door de overheid gebruikte geheel van uitgangspunten en regels die gelden voor het opleggen van een straf. |
Struggle for life |
Zie: natuurlijke selectie.
|
Subjectief |
In dit hoofdstuk: persoonsgebonden. Geluk kan voor verschillende mensen in verschillende ervaringen bestaan. |
Surrogaat |
Een vervangingsmiddel. Iets dat een andere zaak, die niet beschikbaar is, moet vervangen.
|
Survival of the fittest |
Zie: natuurlijke selectie. |
Symbool |
Afgesproken herkenningsteken. Zo is het kruis een herkenningsteken voor het christendom. ‘Symbool’ gaat terug op het Griekse sunballein (sun betekent ‘samen’ en ‘ballein’ werpen). Vroeger bestond het gebruik dat twee mensen als herkenningsteken ieder een stuk van een gebroken voorwerp bij zich droegen; men kon dan ter identificatie beide stukken aan elkaar passen (‘samen werpen’).
|
Synagoge |
Joods leerhuis. Ook wel ‘sjoel’ genoemd (vergelijk het Duitse woord voor school: Schule).
|
Talisman |
Voorwerp dat geluk brengt. |
Tanorexia |
Verslaafd aan zonnen en/of zonnebank (tan = tint). |
Tao |
Betekent onder meer ‘juiste orde’ en ‘juiste weg’.
|
TeNaCH |
Aanduiding - in de vorm van een afkorting - voor de joodse heilige boeken: Tora (Wet), Newi’iem (Profeten) en Chetoewiem (Geschriften).
|
Toekomst |
Binnen het kader van dit hoofdstuk: een van de drie terreinen (naast smaak en levensbeschouwing) waarop een mens geen absolute zekerheid kan krijgen. |
Tolerant |
Verdraagzaam. |
Tolerantie |
Is een ander woord voor ‘verdraagzaam(heid)’. Het gaat daarbij om respect voor meningen die anders zijn dan je eigen mening. Tolerantie houdt op waar één van de andere hoofdwaarden wordt ontkend.
|
Tora |
Onderwijzing of leer. De Tora bestaat uit de vijf boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. |
Tortuur |
Foltering of pijniging op de pijnbank om een verdachte tot een bekentenis te brengen. Ook wel aanduiding voor de pijnbank zelf. (Vergelijk het Latijn: tortura (pijniging) en het Franse en Engelse: torture). |
Traditioneel |
Berustend op overlevering, handelen en/of denken zoals gebruik of gewoonte dat meebrengt. ‘Traditie’ betekent het overdragen van opvattingen van persoon op persoon en van generatie op generatie.
|
Trance |
Toestand waarbij je bewustzijn een verandering ondergaat en de geest in vervoering is. je verkeert als het ware in een andere wereld. |
Transcendent |
Transcendent gaat terug op het Latijnse transcendere ‘overschrijden, passeren’. Het is opgebouwd uit trans (‘over’) en scandere (‘beklimmen, overtreffen’). Transcendent duidt op iets wat de gewone wereld van de zintuiglijke waarneming overtreft. In veel religies en filosofieën speelt het transcendente, het hogere, op een of andere manier een rol. (zie ook par. 4.3)
|
Transgender |
Een persoon die door het leven gaat als iemand van het andere geslacht. |
Trimurti |
Aanduiding voor de drie belangrijke aspecten binnen de hindoe-opvatting van God. Deze aspecten zijn schepping (Brahma), onderhouden (Vishnoe) en vernietiging (Shiva). |
Tsunami |
Een tsunami is een vloedgolf die gewoonlijk ontstaat als gevolg van een zeebeving. Het woord is ontleend aan het Japans (tsu betekent ‘haven’ en nami ‘golf’).
|
Tweede humanisme |
Het moderne Europese humanisme dat vanaf de negentiende eeuw ontstond en sterk beïnvloed werd door de Verlichting.
|
Uniek |
Letterlijk: enig. ‘Ieder mens is uniek’ betekent: van jou is er maar één.
|
Utopie |
Droombeeld, ideaal land. ‘Utopie’ gaat terug op het Grieks: ou betekent ‘niet’ en topos ‘plaats’. Vandaar dat utopie wel eens vertaald wordt als ‘nergensland’.
|
Veganist |
Iemand die op geen enkele wijze gebruik maakt van producten die van dieren afkomstig zijn: geen vlees, geen leer, geen melkproducten etc. |
Vegetariër |
Iemand die geen producten eet die verkregen zijn door het doden van dieren - zowel zoogdieren, vogels als vissen.
|
Verantwoordelijk |
Het op een juiste wijze gebruik maken van je vrijheid. |
Verantwoordelijkheid |
Houding naar de omgeving waarbij men respect heeft voor de waarde van alles wat leeft en zich het lot van anderen aantrekt – in plaats van onverschillig te zijn.
|
Verantwoorden |
Kunnen duidelijk maken dat je je vrijheid op een juiste wijze hebt gebruikt. |
Verbale communicatie |
Communicatie door middel van woorden. |
Verdraagzaamheid |
Is een ander woord voor ‘tolerantie’. Het gaat daarbij om respect voor meningen die anders zijn dan je eigen mening. Verdraagzaamheid houdt op waar één van de andere hoofdwaarden wordt ontkend.
|
Verlichting |
Culturele beweging die standpunten wil verdedigen op basis van het menselijk verstand. Argumenten die gebaseerd zijn op een politieke of religieuze autoriteit, wijst men af. |
Verlichting |
Culturele beweging die standpunten wil verdedigen op basis van het menselijk verstand. Standpunten die op politieke en religieuze autoriteit gebaseerd zijn, wijst men af. |
Versekste samenleving |
Een samenleving waarbinnen heel veel in verband gebracht wordt met seksualiteit en waarin seksualiteit extreem veel aandacht en waardering krijgt. |
Verwondering |
Je staat stil en stelt levensvragen bij wat aanvankelijk als vanzelfsprekend en gewoon werd ervaren. |
Vigorexia |
Verslaafd aan spieren kweken (vigo = kracht). |
Vishnoe |
Vishnoe is binnen de hindoe drie-eenheid het onderhoudende, zorgende en beschermende aspect van alles wat bestaat. |
Vishnoe |
(Begrip uit de cultuur van hindoes.) De god Vishnoe is binnen de hindoe drie-eenheid (Brahma, Shive, Vishnoe) het onderhoudende, zorgende en beschermende aspect van alles wat bestaat. |
Vlinderkus |
Heel vluchtige kus. |
Vrijheid |
Zelf mogen en kunnen beslissen wat je met je leven doet. |
Vrijheid tot |
Vrijheid kan ingevuld worden als vrijheid tot het kunnen en mogen maken van keuzes (naast vrijheid als het vrij zijn van onderdrukking). |
Vrijheid van |
Vrijheid kan ingevuld worden als vrijheid van onderdrukking (naast vrijheid als het kunnen en mogen maken van keuzes: vrijheid tot). |
Waarde |
Datgene wat mensen belangrijk vinden. |
Waarde op zich (van een dier) |
Opvatting dat dieren los van hun economische waarde (waarde in geld) een waarde en betekenis bezitten, en daarmee niet als een (levend) ding behandeld mogen worden. |
Waardenconflict |
Dit is het geval als twee waarden niet samen gerealiseerd kunnen worden. Zo kan de waarde van ‘de waarheid spreken’ in conflict komen met ‘de waarde van het leven’ (bijvoorbeeld als je in een oorlogssituatie gevraagd wordt de verblijfplaats van onschuldige mensen te verraden).
|
Weeldewetten |
Wetten vanaf het einde van de Middeleeuwen die inhielden dat mannen en vrouwen zich in de openbare ruimte niet met duurderde kleding mochten vertonen dan het stadbestuur passend achtte bij hun sociale status. |
Wetenschappelijke vraag |
Een gewone maar moeilijke vraag waarop een zeker (bewijsbaar) antwoord mogelijk is. |
Wicca |
Dit is op de eerste plaats een los georganiseerde, eigentijdse religie met spirituele wortels in het sjamanisme en met diepe eerbied voor de natuur.
Daarnaast is een wicca een beoefenaar van de wicca religie. Dit woord heeft tegenwoordig voor veel wicca’s de voorkeur boven het woord ‘heks‘ dat sterk beladen is (zie verder WW3 H3, par. 4.1).
|
Wraak |
Een daad van het slachtoffer om leed te berokkenen aan degene die in eerste instantie zelf leed heeft berokkend (de dader). |
Wraakrecht |
Het recht van degene die gekrenkt is (of tegen wie onrecht is geschied) om wraak te nemen: de mate van wraak is gewoonlijk aan regels gebonden. |
Wrok |
Een emotie ontstaan door aangedaan leed of onrecht waarbij men neigt naar wraak nemen. Gevoelens van wrok kunnen dus tot wraak leiden. |
Yin en yang |
Volgens de traditionele Chinese filosofie zijn dit twee basisbeginselen in de werkelijkheid, twee tegengestelde krachten die elkaar tevens aanvullen. Yin staat onder meer voor het passieve, yang voor het actieve. |
Yoga |
Hindoeïstische filosofie die leert de geest, het gevoel en het lichaam te beheersen om daarmee de vereniging met het goddelijke tot stand te brengen. Er bestaan verschillende soorten yoga bijvoorbeeld; jnana-yoga en bhakti-yoga. In het Westen bedoelt men met yoga meestal de hatha-yoga, een tak van yoga waarbij het om lichaamsoefeningen gaat.
|
Zekerheid |
Kan men verkrijgen door a. waar te nemen met de zintuigen (zien, horen, ruiken, voelen en proeven), b. nadenken. |
Zelfbeschikking |
Het recht zelf keuzes te kunnen maken, autonomie. Het begrip kan betrekking hebben op het individu maar ook op een volk. |
Zelfzorg |
Goed omgaan met jezelf: goed zorgen voor je lichaam en geest. Hierbij hoort het vermogen jezelf kritisch op dit punt te kunnen aanspreken: zorg ik wel goed voor mezelf? Zelfzorg: niet te verwarren met egoïsme.
|
Zintuigen |
Met onze zintuigen(zien, horen, ruiken, voelen en proeven) kunnen we de werkelijkheid waarnemen). |
Zonde |
Ingaan tegen de wil van God of tegen Gods regels zoals die in een religie zijn neergelegd. Door het begrip ‘zonde’ wordt een overtreding of misdrijf in een religieuze samenhang geplaatst.
|
Zonde |
Ingaan tegen de wil van God of tegen Gods regels zoals die in een religie zijn neergelegd. Met het begrip ‘zonde’ staat een overtreding of misdrijf in een religieuze samenhang.
|
Zondeval |
Het tegen de wil van God ingaan door Adam en Eva toen zij aten van de verboden vrucht. |