Paragraaf 6 Test jezelf Hoofdstuk 6

Op deze 'Test Jezelf' pagina kun je testen of je de stof van Hoofdstuk 6 goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'Bekijk score' en bekijk welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')
Succes!
 

 

Opdrachten

Vraag 1

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 2

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 3

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 4

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 5

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 6

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 7

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 8

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 9

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 10

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 11

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 12

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 13

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 14

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 15

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 16

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 17

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)

Vraag 18

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist of onjuist zijn.)